Monthly Archives: September 2014

Kennis

De kennis van feiten en rede,
het ZIJN vervat in een beeld.
Zonder dat bestaat niets.
Ik blijf ontevreden
over alles dat speelt,
zoek naar het ontbrekend iets.

Vragen die blijven,
zeggen veel over niets,
verklaren mijn onwetendheid.
Antwoorden die komen, beschrijven
het ontbrekende iets,
dat tot meer vragen leidt.

17 september 2014

Geheel

Ik zoek naar de eenheid, die alles omvat.
Ik stuit op het kleine, dat zich samenbalt.
Ik duik in de diepte en verdwaal in een gat.
Ik reik naar het einde tot alles uiteenvalt.

Niets is het alles en alles is niets.

16 september 2014

Knielen

Een buiging is onvoldoende.
Dieper moet men gaan.
Niets is voor niets,
men moet het verdienen.

De vloer die je boende,
slechts om te staan.
Niets is voor niets,
gij zult bedienen.

Kruipen en knielen
op de aarde gesmeten.
Niets is voor niets,
het is jouw lot.

De hulplozen vielen,
voor hen zonder geweten.
Niets is voor niets,
nergens een god.

15 september 2014

Een hek

Niet meer dan gaas,
een aantal spijlen hooguit,
die ons wijken.
Het vormt een waas,
je raakt er niet uit,
tot elkaar te reiken.

Wie opent de poort?
Wie slecht de scheiding?
Wie klimt er overheen?

De barrière verstoort.
Komt het tot verleiding
of blijven we alleen?

14 september 2014

Lef

Wat zie jij er stralend uit,
dat jurkje staat je goed.
Aardig om mij dat te zeggen.
Er zit een raar plekje op je huid.
Die mandarijnen waren helemaal niet zoet.
Zullen wij een kaartje leggen?

Jij bent een hele nare man.
Zeg je ooit wel eens iets aardigs?
Het geluk straalt van je af.
Denk je dat ik dat wel kan?
Geeft dat hoedje mij iets waardigs?
Het beste lig jij in een graf.

Zoveel zinnen ingeslikt,
teveel voor mezelf gehouden.
Mijn onrust alleen maar toegenomen.
De ander heeft te vaak beschikt.
Als we alles nu eens zeggen zouden?
Of moet ik mijn lef verder in gaan tomen?

13 september 2014

Mijn lief

Mijn lief, ik breng je bloemen mee.
Mijn lief, ik overlaad je met gedichten.
Mijn lief, ik bereid een etentje voor twee.
Mijn lief, ik toon je mooie vergezichten.

Mijn lief, ik vaar je naar de zon.
Mijn lief, ik droom je mooiste droom.
Mijn lief, ik zin een lied aan je balkon.
Mijn lief, ik houd me nog in toom.

Mijn lief, ik omarm je alle dagen.
Mijn lief, ik zal al je onrust sussen.
Mijn lief, ik moet je een ding vragen.
Mijn lief, mag ik je kussen.

8 september 2014

Legitimatie

Gegeven het aanvaarden van de geboorte
als onomstreden voor de mens,
het feit te zijn wie men wil zijn
en zich geheel zelfstandig te uiten,
te gaan en te staan waar men wil,
is het onbegrijpelijk
dat men niet mag beschikken over de eigen dood.

Men zal blijven bestaan,
tenzij een terreurdaad dat ontneemt.
Men moet gedwongen pijn lijden,
tenzij men betere medicijnen toestaat.
Men dient de aftakeling te ondergaan,
tenzij meer zorg wordt gegeven.
Men beschikt niet over het eigen lot,
anders dan bij goedvinden van de wet.

Niet de mens, maar de wet legitimeert het bestaan.
Mensen maken wetten, regels en systemen.
De mens ontneemt zichzelf de dood.

3 september 2014

Bestaan

De dag laat zijn pijnen los.
Ze drukken als steken in mijn lijf.
Niemand die omkijkt of ziet
waar ik sta.

De natuur strooit ontij.
Stormen en regens slaan op me neer.
Geen hond, geen dier kijkt op,
merkt dat ik besta.

De wereld uit zijn woede.
Oorlogen en terreur overkomen me.
Nergens in het vizier,
onnodig is mijn bestaan.

Gesmoorde gedachten en geest.
Gevlucht uit mijn brein
Verdwenen het goddelijke.
Slechts zijn.

2 september 2014
Kees Koot

Vouwwerk

Een vel, ogenschijnlijk kwetsbaar,
van doorzichtig dun papier,
krijgt door slanke handen
de nodige verbanden.
Het lijkt op alledaags vertier,
maar de vingers vormen een gebaar.

Een kraanvogel gevouwen,
geen verstrooiing, maar een kunst,
van terugkerende patronen.
Zoals de handen en de vouwen tonen,
vragen zij de goden om een gunst,
wanneer we om de doden rouwen.

31 augustus 2014
Kees Koot

Ontspoord

De trein wacht nog op het station,
de kaartjes zijn nog niet geknipt.
De koffers staan gepakt op het perron,
terwijl de machinist uit zijn cabine glipt.

Uit de luidsprekers klinkt een stem,
een wisselstoring wordt gemeld.
De loc staat stevig op de rem.
Ongerustheid wordt er doorverteld.

Men roept: de trein die is ontspoord
al voor de eerste bocht.
De reis tijdelijk verstoord,
een machinist die wordt gezocht.

Rest automatenkoffie en de krant,
totdat tot doorreis wordt besloten.
Naarstig zoekt ik het restaurant,
helaas is deze al gesloten.

1 september 2014
Kees Koot