Herschel Grynszpan student, Jood,
heeft een Duitse diplomaat,
om familieonrecht, in Parijs gedood
in een ultieme woededaad.

Joseph Göbbels, zeer bedreven
in het maken van amok,
de rechterhand, hooggeheven,
wijzend naar de Joodse zondebok.

Zij moesten het ontgelden,
er was geen mededogen.
Vrouw of kind, niets dat telde,
geen huis, geen zaak, geen synagoge.

Naar concentratiekampen afgevoerd,
met tienduizenden daar omgebracht.
Het laat mij niet onberoerd,
9 november 1938, Kristallnacht.

9 november 2008

Door NSB’ers werd er ingedrongen
in “Alcazar”, daar werd gezongen,
ofschoon het dringend was verboden.
doch enkel voor de Joden.

Het ontaarde in een vechtpartij
Hendrik Koot was er ook bij.
Ruim een twintigtal gewond.
Hij lag vermorzeld op de grond.

In de Van Wou had je de ijssalon
“Koco” van Ernst Cahn en Alfred Kohn.
En toen de Grüne Polizei daar was,
bespoot men hen met bijtend gas.

De Joden werden daarom nagejaagd.
Waarna om staking werd gevraagd.
Zo kwam de staking dus tot stand
in Amsterdam en heel het land.

Een stakingsoproer die mislukte,
omdat de bezetter verder onderdrukte.
Met hun lot ben ik begaan,
bij de “Dokwerker” daar wil ik staan.

25 februari 2009

Kijk ik door mijn wereldbril,
dan zweeft de Koning virtueel
langs globes, waarop het leven bruist.
Jeugd die samen speelt en bouwt,
bron van toekomst en nieuw leven,
culturen bindt en samenpakt.
Verbonden door het groene lint
met Amstelveen als middelpunt.

29 januari 2014

Kwel je, je hebt het nodig.
Sta op, je moet aan het werk.
Was je, je bent niet fris.
Kam je haar, je hebt een ragebol.
Doe de knoopjes netjes dicht.

Wees op tijd, je hebt een afspraak
Betaal je rekeningen, je hebt schulden.
Toon respect, je bent geen barbaar.
Eet met bestek, je bent geen varken.
Leg je bed elke ochtend open.

Voel je gelukkig, je bent bedrukt.
Droom een wens, je wilt zoveel.
Lach eens, je kijkt zuur.
Heb lief, je toont geen gevoel.
Kwel je geest dag in dag uit.

27 januari 2014

Wie een doel bereiken wil
en daartoe uit elk middel put,
vindt zich niet alleen de spil,
maar acht dat alles dient tot nut.

Het streelt hem in gedachten
van bovenal verhevenheid.
De hoogste van de machten,
waarin juist hij zich onderscheid.

Een vorst die heerst over zijn rijk,
meedogenloos zonder genade,
betaalt altijd voor zijn ongelijk,
want zijn volk zal hem verraden.

20 november 2013

De bomen ruisen bladeren los.
Ze tuimelen rustig neer
tot humus in het bos
en hobbels in ‘t verkeer.

De regen druilt zijn droppen.
Verzamelt op elke hoek zijn buit.
Een fietser kan niet stoppen
en schuift pijnlijk onderuit.

De artsen helen botten
met pennen aan elkaar.
Alleen die ene zotte
ligt wat zielig daar.

10 november 2013